Het Zoetermeerse Verzet

Vrijheidsbeperkingen, distributie van voedsel en vordering van allerlei andere goederen maakten het leven in de oorlog een stuk moeilijker. Vele Zoetermeerders werden voor de arbeidsinzet of als krijgsgevangene naar Duitsland gevoerd. Anderen, waaronder de burgemeester, doken onder. In de hongerwinter werd het dorp overstroomd door etenhalers uit de omliggende steden. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog was Zoetermeer een centrum van illegale activiteiten. Van hieruit verspreidde het plaatselijke verzet illegale blaadjes en werden de bezetters zoveel mogelijk dwars gezeten. Op deze pagina proberen we de kern van het Zoetermeers verzet zoveel mogelijk voor u in kaart te brengen.


 Joop Kentgens

Joop (Joseph) Kentgens - Commandant van het Verzet
Woonde tijdens de 2e wereldoorlog: "Het Oude Huis" Dorpsstraat 7
Geboren: Utrecht 21 december 1915 - Overleden: Kalmthout (België) 19 juli 2009

De Zoetermeerse tandarts Kentgens was actief in het verzet in zijn woonplaats. Hij was commandant van een verzetsgroep die hielp bij het laten onderduiken van Joden en geallieerde piloten. De schuilnaam van Kentgens was Van Der Berg. Samen met onder meer de marechaussee Jacob Leendert van Rij, Piet Lengkeek, de gebroeders van Herwijnen en vele anderen hielp hij mensen naar veilige plekken. In de behandelkamer van zijn tandartsenpraktijk overlegde hij aanvankelijk over de geheime missies. Later in de oorlog dook Kentgens blijvend onder. Zijn verzetsgroep organiseerde sabotage, wapendroppings, overvallen, onderduikadressen en doorvoer van onderduikers. Diverse Britse en Amerikaanse neergestorte piloten kwamen bij deze verzetsgroep terecht. Op 29 april 1945 ontstond er tussen de verzetsgroep en de Duitse bezetters een vuurgevecht. Dit vond plaats in de buurt van Zevenhuizen, bij de Rottemeren, waar het verzet een schuilplaats had in het Jachthuis, dat de "Jolly Duck" wordt genoemd.De overval van de Duitse troepen vond plaats ondanks dat er op dat moment een wapenstilstand was tussen de bezettingstroepen en het verzet. John McCormick en Van Rij kwamen om het leven en Kentgens raakte zwaargewond maar overleefde het. Na de oorlog ontving Kentgens het Verzetsherdenkingskruis van de Nederlandse regering. Voor zijn hulp bij het verbergen en opvangen van Amerikaanse piloten ontving hij te Utrecht op 12 maart 1947 van de Amerikaanse regering de Medal of Freedom. Tevens ontving hij diverse overige hoge onderscheidingen, waaronder het Britse King’s Medal for Courage in the Cause of Freedom. In Zoetermeer werd het Kentgensplein naar hem genoemd. Na de oorlog zette Kentgens zijn tandartspraktijk voort in Zoetermeer. Tevens werd hij wethouder in Zoetermeer. Na zijn pensioen verhuisde hij met zijn vrouw naar Ierland en daarna naar Zuid-Afrika. Sinds eind jaren tachtig woonde Kentgens in België, waar hij in 2009 op 93-jarige leeftijd overleed. Hij bezocht zelden tot nooit herdenkingen waarbij oud verzetsstrijders werden uitgenodigd.


 Jacob Leendert van Rij

Jaap (Jacob, Leendert) Van Rij - Ondercommandant van het Verzet/Commandant K.P. (Knokploegen)
Woonde tijdens de 2e wereldoorlog: Broekweg (J.L. van Rijweg) 15
Geboren: Bolnes 5 oktober 1906 - Overleden: Zevenhuizen 29 april 1945

Wachtmeester van Rij heeft al vanaf het begin van de 2e wereldoorlog fanatiek verzet gepleegd tegen alles wat Duitser was of meewerkte met deze Duitsers. Hij hield bijvoorbeeld een lijst bij van pro Duitsers en leden van de NSB zodat deze na de oorlog makkelijk opgespoord en berecht zouden kunnen worden. Wachtmeester van Rij had de capaciteiten om de leider van het Zoetermeerse verzet te worden, maar de Gewestelijke Commandant prof. P. Heertjes uit Delft vond J. Kentgens een betere keuze, want Van Rij stond bekend om zijn onstuimige karakter en dat vond prof. Heertjes niet passend voor een leider van het verzet. Jacob zijn schuilnaam was Heuf. Ook hield Van Rij zich bezig met de zwarthandel in Zoetermeer en als er weer eens illegaal geslacht werd op de Voorweg bij een boer, dan wachtte Van Rij met 1 of 2 leden van het verzet net zolang tot de zwarthandelaar de koe in stukken aan het snijden was en kwam dan de stal of schuur binnen met de woorden "in naam der koningin en vaderland, hierbij vorder ik het door u illegaal geslachte vlees". Daarmee maakte Van Rij zich niet populair bij de zwarthandelaren. De stukken vlees werden vervolgens op een gereedstaande kar geladen en meestal naar Slager Vollebregt gebracht in de Dorpsstraat die het vlees verwerkte in worst en andere producten bestemd voor de mensen in Zoetermeer die het nodig hadden i.v.m. onderduikers. De rest van het vlees en de botten gingen naar Toon Fraasen van het café "Ons Genoegen" in de Dorpsstraat die hier erwtensoep of bonensoep van maakte en dit uitdeelde voor een kwartje per kop aan de voorbijtrekkende voedselhalers uit de grote steden. De erwten en bonen in deze soep waren ook door Wachtmeester Van Rij en het verzet in beslag genomen van zwarthandelaren of boeren die woekerprijzen hanteerden.


 Piet Lengkeek

Piet (Pieter) Lengkeek - Rayonleider L.O. (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers)
Woonde tijdens de 2e wereldoorlog: Delftsewallen 30
Geboren: Zoetermeer 1 maart 1921 - Overleden: Zoetermeer 29 januari 1999

Piet Lengkeek en zijn neef Tinus van Herwijnen waren eigenlijk direct na de capitulatie van het Nederlandse leger al bezig met verzetsdaden. De wapens die de Nederlandse soldaten hadden buitgemaakt uit een Duits vliegtuig werden op de dag van de capitulatie in de vaart achter de Dorpsstraat gedumpt, want als de Duitsers deze zouden vinden, dan konden deze weer gebruikt worden tegen anderen. Enkele dagen na de capitulatie zijn Piet en Tinus dan ook met een kano in deze vaart gaan "vissen" en daarbij zijn behoorlijk wat wapens opgedoken zodat deze later tegen de Duitsers gebruikt konden worden. In 1941 is Piet zich kleinschalig gaan bezighouden met de opvang en het onderduiken van Joden. Dit werd in 1942 uitgebreid en Piet en Tinus kregen daarbij veel hulp van het distributiekantoor die blanco bonnen leverde en er ook voor zorgde dat Piet en Tinus valse papieren kregen. Piet's schuilnamen waren Piet Koot en toen Piet en Tinus ooit een keer werden aangehouden op de motor op de Laan van N.O.I. in Den Haag en daarbij bijna door de mand vielen werd Piet Lengkeeks schuilnaam later Piet Luyken. Tijdens de razzia van 17 februari werd Piet Lengkeek samen met Piet van Herwijnen en J. Kok en de geheim agent Steeman opgepakt door de Duitsers en Nederlandse Landwachters en werden opgesloten in het oude politiebureau in de Dorpsstraat. Voor de deur van het politiebureau werd Piet Lengkeek herkend door een landwachter die zei "Ha, daar hebben we Lengkeek". Piet Lengkeeks geluk was dat de nieuwe N.S.B. politiecommissaris hem niet kende en vroeg aan agent LeRoux "wie is dat?" waarop LeRoux antwoordde dat het hier om Piet Luyken ging en de valse papieren toonde en daarop kreeg LeRoux de opdracht dit af te handelen en liet Piet Lengkeek gaan met een waarschuwing. Toen de Landwachter vloekend en tierend doorhad wat er gebeurd was, is deze nog naar buiten gerend, maar Piet Lengkeek was al gevlogen en heeft aan deze redding van LeRoux waarschijnlijk zijn leven te danken.


Tinus Van Herwijnen

Tinus (Zwaantinus) van Herwijnen - Ondercommandant L.O. (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers)
Woonde tijdens de 2e wereldoorlog: Dorpsstraat 66
Geboren: Zoetermeer 21 maart 1917 - Overleden Zoetermeer 28 oktober 1984

Tinus van Herwijnen was samen met Piet Lengkeek eigenlijk wel een van de eerste Zoetermeerders die actief iets deden voor de ondergedoken mensen. Van Tinus is bekend dat hij nauw in contact stond met het distributiekantoor en hiervan in het geheim blanco papieren kreeg zodat hij deze kon vervalsen voor de onderduikers en de door de Duitsers gezochte personen. Zelf had Tinus de schuilnaam Willem Spronk, wonende aan de Voorweg 167. Nadat zijn broer Piet was opgepakt en aangezien werd voor Tinus, heeft Tinus diezelfde nacht op een dak doorgebracht omdat de Duitsers Zoetermeer nagenoeg omsingeld hadden. Tinus was samen met Piet van der Spek gevlucht nadat ze beide hoorden hoe de deur werd opengetrapt van de Slagerij. De aanwezige verzetslieden renden naar buiten, maar Piet van Herwijnen werd gegrepen. Op het dak hoorde Tinus ook hoe zijn moeder werd weggevoerd voor verhoor door de Duitsers en op dat moment heeft Tinus er wel aan gedacht zichzelf aan te geven, maar heeft dit toch niet gedaan. Nadat moeder van Herwijnen vrijgelaten werd, is het hele gezin gevlucht  en ondergedoken in een woonboot. Toen het gezin van Herwijnen na de bevrijding terugkeerden, vonden zij hun woning aan de Dorpsstraat 66 nagenoeg uitgeleefd en ontdaan van hout wat door mensen uit Zoetermeer gesloopt was uit het huis om op te stoken in de kachel.

 


Piet Van Herwijnen

Piet (Pieter) van Herwijnen - Medewerker Illegale Pers
Woonde tijdens de 2e wereldoorlog: Dorpsstraat 66
Geboren: Zoetermeer 7 augustus 1921 - Overleden: Hoogeveen 22 december 2003

Piet van Herwijnen maakte samen met Piet van der Spek de illegale blaadjes "De Anti-leugen Pil" en "De Waarheid". Deze werden gestencild boven de winkel van Van Herwijnen in de Dorpsstraat 66. Op 17 februari 1945 werd Piet samen met nog 2 anderen opgepakt door de Duitsers nadat een opgepakte zwarthandelaar het Zoetermeerse verzet had verraden aan de Duitsers in ruil voor zijn vrijheid. Piet werd opgesloten in Rotterdam en kwam daarbij tussen de "Toteskandidaten" te zitten. De 2 andere gevangenen werden al snel vrijgelaten, maar Piet bleef in zijn cel. Op een gegeven moment mocht Piet onder begeleiding werken buiten de gevangenis en heeft daarbij het geluk gehad te ontsnappen en zich te voegen bij de rest van het verzet wat toen al ondergedoken zat in het Jachthuis aan de Rotte te Zevenhuizen. Piet van Herwijnen zijn schuilnaam was Pieter Hofman. Na de bevrijding zat Piet bij de B.S. in Sectie 2 / Groep 1, deze groep stond op het schoolplein van de Openbare School in de Dorpsstraat toen daar de Duitsers op stormden en het vuur openden waarbij van Piets groep Cornelis van Eerden en Jan Hoorn sneuvelden en W. Steenhuis zwaargewond raakte aan zijn arm. Piet zelf kwam er gelukkig heelhuids vanaf.

 

 


Goof Van Driel

Goof (Govert) van Driel - Organisatie Voedseltransporten
Woonde tijdens de 2e wereldoorlog: Den Hoorn 29
Geboren: Zoetermeer 2 april 1918 - Overleden: Zoetermeer 30 mei 1968

Goof was een rustige en bedeesde man die niet tegen onrecht en onderdrukking kon en daarom zich aansloot bij het Zoetermeerse verzet. Hij was verantwoordelijk voor de voedselritten die het verzet een aantal keren heeft gedaan naar Friesland en dankzij Goof zijn deze ritten altijd succesvol verlopen. Na de bevrijding was Goof in de N.B.S. verantwoordelijk voor de vervoersdienst hiervan in de functie van stafofficier. Helaas is Goof al op vrij jonge leeftijd overleden, hij werd slechts 50 jaar oud.

 

 

 

 


Piet Van Driel

Piet Van Driel - Ondercommandant K.P. (Knokploegen)
Woonde tijdens de 2e wereldoorlog: Den Hoorn 29
Geboren: Zoetermeer datum onbekend - Overleden: Apeldoorn datum onbekend

Piet van Driel hield zich voornamelijk bezig met de gevaarlijkste klussen zoals het laten onderduiken van de bevolkingsregisters van omliggende dorpen. Ook zou Piet van Driel een overval uitvoeren samen met Rien Slootmaker uit Benthuizen op het Distributiekantoor in Hazerswoude. Eenmaal in Hazerswoude aangekomen bleek iemand diezelfde nacht hun voor te zijn geweest, dus kon men onverrichte zaken terug naar Zoetermeer. Ook gebruikte Piet van Driel de kansel van de oude kerk aan de dorpsstraat als opslagplaats van wapens en explosieven, dit overigens met goedkeuring van Koster Piet Wieriks. Na de aanslag op het jachthuis aan de Rotte waarbij Wachtmeester van Rij sneuvelde en dokter Kentgens zwaargewond raakte, werd Piet van Driel commandant van het Zoetermeerse verzet en heeft in die hoedanigheid de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten bijeengebracht in de Openbare School aan de Dorpsstraat die 5de mei 1945. Na de overval door de Duitsers op de School is Piet van Driel tekeer gegaan tegen de verantwoordelijke Duitse Commandant en gaf aan dat het "Waffenruhe" was en dat men een oorlogsmisdaad had begaan, maar nadat de Duitser hem een pistool op de borst zette, hield Piet wijselijk zijn mond dicht en stopte zijn helaas tegen dovemansoren gerichte tirade.

 


Wim Olivier

Wim (Willem) Olivier - Medewerker Illegale Pers
Woonde tijdens de 2e wereldoorlog: Dorpsstraat 102
Geboren: Zoetermeer 6 oktober 1920 - Overleden: Lisse 10 juli 2003

Willem Olivier kwam zoals men wel zegt uit een "Verzetsnest". Wim's moeder heeft vooral in het laatste jaar van de oorlog haar huis opengesteld voor de vele kinderen uit de grote steden die naar Zoetermeer trokken in de hoop hier eten te krijgen en 's avonds niet meer terug konden gaan naar hun eigen stad i.v.m. de avondklok die de Duitsers hadden ingesteld. Het karige eten wat deze vrouw had werd gedeeld met de mensen die opgevangen werden. Haar man was destijds volledig arbeidsongeschikt en totaal hulpbehoevend en haar enige zoon Willem in het verzet en ook Willem's 3 zussen Miep, Jopie en Jannie deden koerierswerk voor het Zoetermeerse verzet. Willem was altijd onderweg om dingen te regelen voor het verzetswerk, van papier voor de illegale bladen wat gehaald werd bij de Brinkers fabriek aan de Vlamingstraat tot aan het rondbrengen van deze gestencilde blaadjes. Toen bijna het complete verzet ondergedoken zat, fungeerde Willem Olivier als schakel tussen het overgebleven verzet en de kern in het jachthuis. Willem heeft ook samen met zijn jongere zusje de Amerikaanse Vliegenier John McCormick naar het jachthuis gebracht. Na de bevrijding was Willem Olivier Stafofficier van de Binnenlandse Strijdkrachten in Zoetermeer.