De Ontsnapping

Nadat het vliegtuig was neergekomen en de 9 bemanningsleden hieruit waren gekropen, heeft Luitenant Joseph Walker als zijnde hoogste in rang de bemanningsleden verdeeld in groepjes van 2, deze waren:


- Staff Sergeant John Lingle die gewond was samen met Staff Sergeant Harold Shae.
- Staff Sergeant Francis Nagle samen met Staff sergeant Hicks.

Deze 2 groepjes vluchtte via de blauwe stippellijn op de kaart naar links. Vervolgens werden samengevoegd:

- Luitenant John Donahue samen met Staff Sergeant Elmer Duerr.
- Luitenant Joseph Walker samen met Luitenant Casstevens.

Dit houdt in dat Staff Sergeant John McCormick op zichzelf was aangewezen. Nadat John McCormick dit had vernomen vluchtte hij naar de de houten schuur (nummer 3 op de kaart) om zich daar te verstoppen voor de naderende Duitsers. Luitenant John Donahue is samen met Staff Sergeant Elmer Duerr (gele stippellijn op de kaart) ook naar deze houten schuur gerend, maar zijn al vrij snel weer vertrokken. Luitenant Joseph Walker en Luitenant Casstevens zijn hoogstwaarschijnlijk via de smalle houten brug (nummer 4 op de kaart) door de weilanden richting Zoetermeer gevlucht (groene stippellijn op de kaart).



Op de foto hierboven ziet u bij de pijlen het volgende (klik op de foto voor een groter formaat):

1. Het wrak van de B-24H Liberator "Jolly Duck" (in de rode cirkel).
2. De Boerderij van Martinus Janson.
3. De houten schuur (de tas) waar John McCormick in vluchtte na de crash.
4. De smalle houten brug (is er nu niet meer).
5. De Boerderij van Cor Olsthoorn waar voorbij de 4 bemanningsleden werden gepakt door de Duitsers.
6. Dijkje naar de Broekweg.
7. De Broekweg (thans het Noord Aa).

Hieronder zullen wij uitgebreider ingaan op de ontsnappingspoging van de bemanning.

John Linge/Harold Shae

Dit duo vertrok als eerste en omdat Lingle gewond was geraakt aan zijn been, liep deze mank.

Shae probeerde zo goed en kwaad als hij kon, Lingle te ondersteunen, maar erg snel gingen ze niet. Bij de brug richting Zoetermeer aangekomen haalden Nagle en Hicks het duo in en met zijn vieren liepen ze verder richting Zoetermeer, Hoe het hun verging, leest u verder hieronder.

 

 

 

 
Francis Nagle/Allan Hicks

Dit duo volgde John Lingle en Harold Shae richting de slechte brug (nu een betonnen boogbrug) op de T splitsing richting Zoetermeer/Zoeterwoude (zie foto hieronder links).

Vlak voor de T splitsing heeft Francis Nagle zich nog snel van zijn met lood verzwaarde seinboeken verlost door deze in de vaart te gooien. Toen alle 4 de bemanningsleden voorbij deze brug waren, zagen zij een Duitse wagen uit de richting van Zoetermeer komen waarop zij snel langs de eerste schuur gingen (rechts op de foto (nu een parkeerplaats voor bezoekers van de Geitenboerderij 't Geertje), om daarna achter de boerderij van Cor Oltshoorn (boerderij in het midden van de foto) in dekking te gaan in een greppel (einde blauwe stippellijn op de kaart). Helaas voor de 4 waren zij al gezien door de Duitsers die langs de boerderij de 4 gevangen namen. Deze Duitsers onder leiding van een Hauptmann die zijn hoofdkwartier had in de bekende bunker naast Bowling Westerpark wat nu een speeltuin is, trokken hun pistolen en gaven het bevel om de handen omhoog te steken. Van de 2 officieren gaf er eentje Allan Hicks een stomp op zijn neus dat het bloed eruit spoot en de andere officier trok honend een bijbeltje uit de handen van Nagle en gaf hem een trap zodat deze languit in de modder terecht kwam. Daarna werden de 4 gevangenen op een paard met wagen gezet die toevallig voorbij kwam en via de Broekweg gereden naar de bunker in het Westerpark vanwaar zij werden doorgestuurd naar Stalag Luft in Duitsland. Hier werden zij bevrijd op 29 april 1945.

John Donahue/Elmer Duerr

Dit duo vertrok richting Stompwijk en zijn op een gegeven moment aan de overkant van de Geerweg belandt in de weilanden achter de boerderijen aan de Bovenmeerweg.

Achter deze boerderij werden de 2 bemanningsleden opgemerkt door boerenzoon Piet van Schie van boer van Schie aan deze weg en deze heeft beide bemanningsleden in de hooiberg verstopt. Daarna is hij binnen de situatie gaan uitleggen aan de rest van de familie en heeft men de 2 bemanningsleden naar binnen gehaald en deze verkleed als Hollandse boerenzonen, dus in blauwe overal  en gele klompen. Elmer Duerr had zijn leren vliegersjack nog aan, maar had er moeite mee om deze te ruilen voor een oude blauwe overal, hij vond het met recht een "Dutch trade". Direct hierna werd er door de buurman van van Schie, de heer de Jong aangeboden om John en Elmer naar een veilig adres in Den Haag te brengen en deze man heeft 3 fietsen geregeld en is direct op weg gegaan. Na twee uur te hebben gefietst en diverse Duitsers te hebben gepasseerd, die overigens geen belangstelling hadden om 3 boeren tot stoppen te manen, want ze waren immers op zoek naar Amerikaanse vliegers, kwamen ze veilig aan bij het kantoor van meneer Haust die de 2 naar verder bracht naar zijn flat waar beide een week konden verblijven. Daarna zijn beide bemanningsleden in een villa in Wassenaar ondergebracht van de familie Gransberg (zie foto links) en hebben daar een aantal maanden ondergedoken gezeten. Het was geen fijne plek, want achter de villa was een lanceerbaan voor V1's en ook V2's die vaak na de start naar beneden kwamen. Aan het einde van de oorlog is dit ook daadwerkelijk gebeurd en zijn beide bemanningsleden gebracht naar de familie Carpentier midden in de stad en daar hebben beide bemanningsleden de bevrijding meegemaakt.


In november 2014 heb ik (Sylvan) de boerderij van de familie van Schie bezocht en tot mijn verbazing leefde Piet van Schie hier nog steeds en vertelde mij het bovenstaande verhaal. Ook kreeg ik een korte omschrijving van de boerderij zoals deze toen was en mocht ik een paar foto's maken van de omgeving. De heer van Schie is in de 90, maar nog behoorlijk kwiek voor zijn leeftijd. Hieronder vindt u de foto's van deze dag.

Joseph Walker/Ralph Casstevens

Dit duo vertrok als laatste van de crashplek en vertrokken in de richting van de schuur (groene stippellijn op de kaart) en rende door naar de smalle houten brug (nummer 4 op de kaart).

Onderweg is dit duo geholpen door een jongedame die na het houten bruggetje de juiste weg heeft gewezen richting Rotterdam, waar ze naar toe wilde, omdat dit bijna bevrijd gebied was. Walker heeft nog gevraagd naar haar naam, maar ze zei deze niet en zwaaide alleen maar even naar ze toen ze de richting van de oude kerk van Zoetermeer liepen. Omdat er tussen de Broekweg en de Zegwaartseweg nog geen bebouwing was, werden ze gezien door personeel van boerderij "Voorzorg" aan de Zegwaartseweg die op dat moment in het land achter de boerderij spruitjes aan het plukken waren. Jan Dogterom heeft deze 2 piloten opgevangen en deze naar zijn boerderij gebracht, maar op dat moment stonden er 8 voedselhalers op het erf en deze zagen ook natuurlijk dat de piloten naar binnen gingen. Leen Dogterom heeft hierop gezegd "Jullie hebben gezien wat hier gebeurd is en dat is gevaarlijk voor ons, dus houdt je kop dicht hierover". Nadat beide mannen waren verbonden, want ze waren beide gewond aan hun hoofd, kregen ze iets te eten en een glas melk. Daarna hebben de broers Dogterom in een van de stallen een opening in een aantal balen stro gemaakt voor de 2 piloten. Nadat het verzet was gewaarschuwd en gekomen was, liep Leen Dogterom, de piloten en de leden van het verzet (dit waren Jaap Havenaar en Jannie Olivier) naar de stal met de schuilplaats, toen plotseling door Leen gezien werd dat er 2 Duitsers op een tandem de brug naar de boerderij opreden. Leen liep snel naar deze Duitsers en in het voorbijgaan deed deze een staldeur open en siste "Weg!" tegen de leden van het verzet en de piloten, wat ze ook snel deden. De Duitse Feldwebel porde gelijk een pistool in de rug van Leen Dogterom en zo liepen ze de boerderij binnen. Eenmaal binnen gaf de Feldwebel aan dat ze kwamen voor de piloten, dus had toch 1 van de voedselhalers zijn mond voorbij gepraat. Nadat beide Duitsers de stallen en andere ruimtes hadden doorzocht, waar overigens de leden van het verzet en de piloten niet gevonden werden, keerden ze terug naar de keuken, waar Bep, de vrouw van Jan Dogterom, beide Duitsers een homp kaas en een glas melk gaf, dit waren dezelfde glazen waaruit een paar uur eerder de Amerikanen hadden gedronken. Nadat de Duitsers waren verdwenen, zijn beide broers naar de kleine koeienstal gegaan en na een aantal keren "Hallo" te hebben geroepen kwamen de piloten en de leden van het verzet onder een aantal kisten vandaan. Na een kort beraad werd er besloten dat het te gevaarlijk was om ze te verstoppen en is er samen met het verzet besloten ze richting Rotterdam te sturen via de Binnenweg en Bleijswijkseweg. Dit hebben ze gehaald en zijn ongeveer bij Kruiswijk (restaurant Pannenkoe) opgevangen door het Bleiswijkse verzet die beide piloten hebben gebracht naar Jan Rozendaal, de verzetscommandant van Berkel. Beide piloten hebben daar de bevrijding meegemaakt en zijn daarna teruggekeerd naar de Verenigde Staten.

John McCormick

Nadat iedereen was vertrokken, bleef John achter in de tas en zag ondertussen de Duitsers de omgeving uitkammen, maar wonderlijk genoeg werd hij hierbij niet ontdekt

Toen de rust was wedergekeerd, heeft John zich uit de voeten gemaakt en is ook richting Zoetermeer gevlucht. Dit heeft hij vrijwel zeker via de route over de houten brug gedaan die het eerste viertal had genomen. Vast staat is dat John bij de molen van Spijk heeft gevraagd of hij op de goede weg was richting Rotterdam. Dit bevestigde de bewoner en wees hem richting Zoetermeer te lopen over de Slootweg richting Benthuizen. Bij Benthuizen heeft John via de Zegwaartseweg verder richting Zoetermeer gelopen en bij verschillende boeren in het hooi geslapen. Op 26 februari 1945 was Jan Dogterom in de middag de hooiberg achter zijn boerderij (zie foto links) aan het fatsoeneren met de riek en schrok zich een ongeluk toen hij ineens een zwart hoofd uit deze hooiberg zag komen, maar had vrijwel direct door dat dit ook een vliegenier moest zijn en probeerde John duidelijk te maken dat het goed was en hij hem zo snel mogelijk zou binnenhalen, want met alle etenhalers uit Den Haag en Rotterdam op het erf zou dit te gevaarlijk zijn. Jan is daarop direct naar binnen gegaan en vertelde zijn broer dat het laatste bemanningslid in de hooiberg zat en hierbij vermelde "We hebben er weer een, en het is nog een neger ook". Omdat John eerdere nachten in het luzern hooi had geslapen bij andere boeren, was hij pikzwart geworden, vandaar de verwarring van Jan Dogterom. Nadat alle etenhalers waren vertrokken, werd John binnengeloodst en kreeg te eten en drinken, dit verbaasde hem, want op de basis in Engeland werd verteld dat de Nederlanders niets te eten hadden en honger leden, wat is feite ook zo was, maar de boeren hadden het nu eenmaal beter dan de rest van de bevolking in die tijd. Nadat John was uitgegeten, is de broer van Jan Dogterom, Leen Dogterom op de fiets naar de Dorpsstraat gereden en kwam onderweg een "goede" agent tegen waartegen hij zei "we hebben hem, de negende, hij zit ook bij ons" waarop de agent zei "Je meent het... Ik zal het doorgeven". Omdat het gehele verzet al was ondergedoken in Zevenhuizen, is er besloten de heer Lodewijk te vragen of deze tijdelijk John kon opnemen in zijn huis totdat het verzet was gewaarschuwd dat er een Amerikaanse vlieger in Zoetermeer was opgenomen. Diezelfde avond is Lodewijk met de fiets naar Dogterom gereden en maakte zich bij Leen Dogterom bekend als een "vriend" die iets kwam overnemen van hem. Leen antwoordde hierop "Hoe weet ik dat u een vriend bent.." waarop de heer Lodewijk antwoordde dat hij van het verzet was en Lodewijk heette en hem was verteld dat de laatste vliegenier bij hem was opgedoken. Hierna heeft John kleding gehad van de heer Lodewijk en is achterop de fiets gestapt van de heer Lodewijk en zijn zo de Zegwaartseweg richting Zoetermeer gefietst naar het huis van de heer Lodewijk in de Molenstraat. Op 26 februari 1945 werd ook de B-24 "Jolly Duck" vernietigd door de RAF en dit kunt u hier lezen en hoe het John verder verging in Zoetermeer leest u hier.

Hieronder ziet u een aantal foto's gerelateerd aan en van boerderij "Voorzorg" van de broers Jan en Leen Dogterom.